Pagina's

Tuesday, 7 May 2013

Winnipeg, Mei 2013. We pakken de draad van het bloggen weer op.

Mei 2013. Winnipeg, Manitoba.

Daar woon ik dan, op Oak Street, een lommerijke laan in het Meppel van Canada. Een dochter van vier en een half ('I'm four and a half!') en een van anderhalf ('Nooeh. No!'). Een vrijstaand huis, oud, blauw en sfeervol, met een zee van een tuin er omheen. En een man met een baan waar je U tegen zegt.

Ik beschouw mezelf een rijk mens. Maar het is nog wennen, want hoe stralend de zon hier ook schijnt, het is geen Toronto en al helemaal geen Rotterdam waar ik woon. We worden er vertrouwd mee en zeggen elkaar het een jaar te geven. Daarna slijt je een pad uit in je hoofd omdat je alles voor de tweede keer doet. De seizoenen worden vertrouwd, de mensen, je vaste bezigheden en de wegen in de stad. Alles is nieuw nu, en de meeste dagen beleven we dat als een groot avontuur, maar soms ineens raakt het ontwordeld zijn me. Noor en Lotte niet. Die zitten hier gebakken. Noor vraagt hooguit of het 'back in Toronto' mag zijn, maar Canada is helemaal haar ding, en dat geldt voor Lotte nog meer. Ze voelen zich verdwaald als we Nederland bezoeken; een raar contrast tussen thuis voelen bij familie en de gewoonten en de taal niet kunnen aanvoelen zoals wij dat doen. Toen we Dan en Laura ontmoetten in Vancouver, vorige maand, was Noor zo in haar sas. Ze voelde zich als bij familie - en ze waren nog Canadees ook! Ze kon haar geluk niet op.

We hebben er een lange winter op zitten. 4 oktober viel de eerste sneeuw, en 21 april de laatste. Op mijn verjaardag liepen we door een sneeuwstorm naar de winkel om gebakjes te halen. Tikje deprimerend, al was het gelukkig maar -5. Met -45 piep je wel anders; daar laat ik mijn taartje graag voor staan.

Vorige week is het warme weer begonnen. Van -5, naar 15 en nu 20, 25 graden. We leven buiten, het is zalig.

Noor gaat vijf dagen per week naar school, een kindergarten-readiness program (groep 1). Ze geniet van de vriendschappen en alles wat ze leert. Vanaf September start ze op Balmoral Hall, een meisjesschool met groen uniform en een supergoed programma. Lotte zit op dezelfde daycare als Noor, en haar brengen we drie dagen per week. Ze geniet van het spelen met andere kinderen, de dagstructuur, de relatie met andere volwassenen. Ze brabbelt Engels en Nederlands door elkaar en heeft een zacht karakter met enkele zeer, zeer pittige aspecten (Geert heeft een baan waar je U tegen zegt, Lotte driftbuien). Ze heeft nog wat trekken van haar vader. Zo doet ze haar mond open als ik een hap neem van mijn eten. Gewoon, uit medeleven. En begint Noor standaard te huilen als Papa tegen haar uitvaart, Lotte lacht hem vierkant uit. Of toe, zoals Geert zichzelf graag vertelt.

Geert werkt als Clinical Scientist en Medical Lead bij MICH, the Manitoba Institute for Child Health, en hij is kinderarts in het team van the Children's Hospital. Vijf, zes dagen per week, het is nooit een straf om aan het werk te gaan.

De dagen dat Lotte in daycare is, werk ik ook. Een vrijwilligersklus op kwaliteitsbeleid bij de Universiteit van Manitoba is overgegaan in een betaalde opdracht die de hele zomer in beslag zal nemen. Fijn om met mijn hoofd bezig te zijn. Ben er zelfs weer van aan het bloggen geslagen! Al vrees ik wel dat ik binnen afzienbare tijd overga op de Engelse taal. Mijn Nederlandse schrijfvaardigheid roest langzaam weg - nog even en ik ben niet erg vermakelijk meer.

No comments:

Post a Comment