Pagina's

Wednesday, 15 May 2013

Pake en Beppe zijn er!

Noor is hemels blij. 'I'm so exciting, I'm so exciting!' is alles wat ze eruit krijgt als ze het weer even tot zich door laat dringen. Wat was het leuk Pake en Beppe weer te zien. Noor vloog ze in de armen. We gaan twee mooie weken tegemoet. Pake en Beppe zijn net op bed gekropen, moe van een hele lange reis. De meiden liggen ook. Geert en ik surfen nog wat op het web, genieten van de stilte. Morgen een rustige dag in en om het huis - het wordt 23 graden met een zonnetje, dus we zullen het ervan nemen!






Wednesday, 8 May 2013

Lotte says hi

Oranjefeest

We hadden onze eigen koningsspelen. Zeven gezinnen die min of meer Nederlands zijn, en Lotte had een oranje neus. Ze zegt hallo.




In onze wijk wonen vier Nederlandse gezinnen en dicht bij de Ikea woont een vijfde. Er zijn er nog meer, maar met deze hebben we een speciale band opgebouwd door Nederlandse taalles te starten. We komen wekelijks bij elkaar, gebruiken een programma van de Wereldschool, en de moeders spelen juf. We zijn een half jaar op weg en unaniem enthousiast over de sfeer en de resultaten. Vaste prik op zaterdag voor Noor is een letter leren uit het alfabet. En op zondag verstaan papa en mama geen Engels; dan brabbelt ze de hele dag door Nederlands met haar schattige accent. Meestal zinnen die wij voor haar bedacht hebben, maar soms opeens zet ze zelf een stap. 'Mama, mag ik kijken?' 'Wat?' 'Assepoester!'
Als ze Engels praat, gaat er een kraal in een pot en als ze er tien heeft, zingt ze een Nederlands liedje.

Tuesday, 7 May 2013

Maart 2012: Drie weken Nederland

Maart 2012

Na het sleetje rijden in Januari -een van de eerste dagen dat er echt wat sneeuw lag- hebben we nauwelijks nog een vlok gezien. De winter was extreem zacht, en het voorjaar viel vroeg in. Om onszelf mooi voorjaarsweer te gunnen in plaats van barre winterkoude, had ik onze trip naar Nederland in Maart gepland. Het was niet nodig geweest; 20 graden en zon in Nederland..... en in Toronto was het minstens zo warm. Maar we hebben een heerlijke tijd gehad in Nederland. Een verslag in vogelvlucht.

Noor en Lotte hielden zich fantastisch in het vliegtuig. Ze sliepen allebei als een roos - op een gegeven moment zelfs opgestapeld op een stoel, zodat Papa en Mama de handen vrij hadden om een wat te eten. Op Schiphol sloot Beppe ons in de armen en doken we na de koffie met koffers en een prachtige prinsessenballon de auto van Sophia in. De jetlag doorgewerkt in Sliedrecht, waar de eerste violen in Oma's mooie tuin in bloei stonden en we met de goede zorgen van Opa en Oma werden omringd. Sophia bleef, met Julia en Bas. Genieten om zo samen te kunnen zijn met onze lieve nicht en neef! Oma was jarig, en half Sliedrecht maakte van de gelegenheid gebruik ons te begroeten. Geert was er de eerste week bij - een mooie combi omdat hij aansluitend een congres in Washington had, hoewel het jammer was dat er zoveel familieleden en vrienden waren die hem (in week 2 en 3) niet even konden zien. Ik zag Erica natuurlijk, in die eerste week, en ging Rotterdam in met Oma Joke. We zagen Estaaffette weer, en Tim en Lies, Hans en Linda, Ella en Luk, en toen we op maandag Papa gedag hadden gezwaaid reden we via Werkendam naar Friesland. Daar logeerden we wat dagen bij Liesbeth en een enkel nachtje bij Pake en Beppe, maar de meeste tijd verbleven we in ons 'huis met gras'. Een klein, vrijstaand zomerhuisje, in perfecte staat, in een groen huisjespark tegen de bossen van St Nyk aan. De tuinzet met de zachte, grote kussens hebben we veel gebruikt. Evenals het picknickkleed - duplo, kussens, limonade, Lotte en Noor erop, en het feest kon beginnen. We gingen naar babyzwemmen en peutergym met Isa en Esmee, voeren mee met Theo door het schone Friese land, en hadden twee mooie Zeldenrust-familiedagen in St Nyk, plus nog een dagje met Opa en Oma in ons zomerhuisje. Samen het bos in! Dolle pret. We kregen bezoek in ons huisje van Theo en Linda met de kids, Tessa en Hein met de meisjes, Lies en Isa en Esmee, Wilma en Lieke, Pake en Beppe, Edu, Ruben, Chris en Jacobien, en Erica met Cai en Jian. Het was fantastisch om al die Skype vrienden weer in levende lijve te zien, en Noor genoot van haar neefjes, nichtjes, vriendjes en vriendinnetjes.
Na drie lange weken mooi weer en lieve mensen namen we met gemengde gevoelens afscheid. Pake, Beppe en Edu brachten ons naar het vliegveld. Noor kon alleen maar aan thuis denken - waar ze Papa zou zien, en haar vrienden, en waar iedereen Engels zou spreken. Ik zag ernaar uit Geert te zien, maar had me juist erg thuis gevoeld in Nederland. Misschien wel een beetje extra deze keer, omdat ik wist van de Canadese jaren die nog in het verschiet zouden kunnen liggen.

Lotte was vijf maanden toen we Nederland bezochten. Een stukje voor mijn kleine vrolijke schat. Je had op Pake en Beppe, en Robert en Erica na, nog geen kennis gemaakt met het thuisfront. Zacht en meegaand als je bent, liet je je overal mee naartoe slepen, en je vroeg alleen om je vaste basis van eigen mensen, borstvoeding en veel slaapjes met je konijn. Je mistte Papa de eerste dagen na zijn vertrek flink. Zijn filmpjes via Whatsapp waren je redding. Hij lachtte naar je en zei zachte lieve dingen, en je kon er niet vaak genoeg naar kijken. Noor verloor haar belangstelling voor die berichten snel; ze vond het maar niks dat als zij halverwege een beurt nam om haar verhaal te vertellen, Papa er gewoon doorheen bleef tetteren. Ze had 'm liever gewoon aan de lijn of op Skype, hoewel Papa soms hard moest werken om haar aandacht (lees: hart) te veroveren als ze hem een paar dagen niet had gezien. Want haar huisje van 'Mama, Charlotte and me with the grass' bezoeken, dat deed hij niet, hoe vaak ze de uitnodiging ook herhaalde.
Ik had niet heel veel kleertjes voor je meegenomen naar Nederland, want we hadden de HEMA en er lagen bij Liesbeth veel van Noortjes kleding te wachten. We redden het net, want je poepte als de beste, zo om de dag tot je nek toe. Je kreeg volledige borstvoeding, en dat was een groot gemak - bijna net zo groot als het feit dat je nog niet rolde of kroop. Op de bank, op het picknickkleed, op de tafel zelfs; overal bleef je kletsend en trappelend liggen. Ik had niet steeds een wieg voor je, maar slapen op een groot bed bleek veilig genoeg.
Steeds als er nieuwe indrukken waren, keek je nieuwsgierig om je heen. Bij nieuwe mensen op schoot gaan, was alleen een punt als je erg moe was - zo was Ella de pisang: je keek haar aan, barstte in snikken uit en keek paniekerig naar mij om gered te worden. Maar je lachtte vooral veel, naar iedereen die een grinnik vroeg. En als je na een poosje op je gemak was, ging je mondje open en vulde je de kamer met geklets en gegil. Als het lang genoeg duurde, kreeg ik er hoofdpijn van. Jij leek daar echter geen last van te hebben.
Je kreeg je eerste tandjes in Nederland. Na wat avonden koorts en vooral veel knagen, kwam de eerste bij Liesbeth door, op 14 maart. Je was 5 maanden en een week. Net voor we teruggingen naar Canada kwam de tweede erbij. Twee lieve tandjes onderin je mond. Papa kon ze goed zien tijdens de hysterische huilbui die je had in de auto van Pearson naar huis. Achter Papa zitten en niet op zijn schoot - dat was geen goed idee. Eenmaal in je eigen huis met je eigen mensen, was het leven weer goed.

Noor was bijna drie en een half bij dit bezoek aan Nederland. Lekkere mooie meid. Het was spannend omdat je zo goed wist wat er ging gebeuren - via Skype had je van alle huizen en mensen die we zouden zien, een goed beeld. Ik had je vaak verteld hoe spannend het opstijgen en landen met het vliegtuig zou zijn - en hoe saai alles er tussenin. Je deed het veel, veel beter dan vorig jaar en stelde je er helemaal op in dat je in een stoel zou slapen.
Je genoot van alle aandacht en kado's. Met de meeste volwassenen had je een klik, en je voelde je ontspannen. Met grote kinderen speelde je graag; jij commandeerde in het engels, en zij kwamen geinteresseerd achter je aan. 'Praat ze ook wel 's gewoon?', vroegen ze mij. En na een poosje hoorde ik ze heel stoer in het Engels meedoen (Julia en Thyra: 'yes!' en: 'let's go!'). Kleintjes waren lastiger. Vooral Isa; je stelde je als grote zus op en zei vriendelijk 'please' als je iets wilde, maar Isa keek je stralend of bevreemd aan en deed niet wat je vroeg. Je werd er gek van. Delen was voor even geen optie, en op een zeker moment gaf je het maar op. Je adoratie voor Isa bleef, maar elk samenzijn liep op een driftbui uit.
O, wat houd je van de aandacht van de mannen in Mama's familie. Pake met z'n vrolijke gefluit, Ruben en Chris die met je dollen, Theo die grappen uithaalt... en Edu, 'my brother Eduard', die houdt je hart in z'n handen. Ik moest af en toe opletten omdat je zo lang bent, en de kinderen om je heen je meeslepen in dingen waar je te klein voor bent. Maar meestal beschermden je ze goed. En jij gaf 't wel aan, als je dacht dat het anders moest... Je runt de boel graag, in een combinatie van uitgelaten vrolijkheid en je 'friends' parmantig laten weten hoe het hoort.
In Sliedrecht wandelden jij en ik samen, en voerden de eenden. In Langweer schopten we tegen de drie ballen in ons grasveld (one! two! three!) terwijl Lotte haar dutje deed, en doopten we een haag in de tuin om tot paasboom. In St Nyk deden we samen boodschappen bij de bakker, en haalden 'Kinder' chocolade eieren met Disney prinsessen erin. Aan het einde van de vakantie sprak je een aardig mondje Nederlands. Eenmaal terug in Canada, oefen je dat vooral bij voorleesboeken (de rommelige reus) en met liedjes zingen (klap 's in je handjes). Super!

En dan ik. Ik vond het heerlijk dat we een zomerhuisje hadden gehuurd. Het was superfijn om een eigen plek te hebben voor de meisjes, en vrienden te kunnen ontvangen. Ik heb, in tegenstelling tot vorig jaar, maar heel weinig rond hoeven rijden, waardoor de weken in Nederland ontspannen waren. Echt vakantie. Mooi weer, tijd om buiten te zitten, zeker vijf boswandelingen gemaakt, een dagje gevaren: het waren hoogtepunten voor me, de momenten in de Hollandse buitenlucht. We ontmoetten veel minder mensen dan we eigenlijk zouden willen, en degenen die we zagen, zagen we te kort, maar de eigen gezinnen (grootouders, broers, zussen) zijn zo goed als dat kon aan bod gekomen. Lotte wordt groot ver van haar familie, maar ze hebben haar kunnen zien en vasthouden. Noor wordt groot ver van haar familie, maar we houden hen levend in haar herinnering met deze bezoeken in Nederland - zodat ze er weer even tegenaan kan, en de relatie via Skype kan onderhouden. Voor mij is het uiteindelijk niet anders; ik wordt ouder en wijzer, ver van mijn familie, en ik mis veel. Ik mis hen. Maar in de weken in Nederland tank ik zo bij dat ik de indruk heb dat we er wederzijds ook weer tegenaan kunnen. Het is anders, maar niet minder waardevol.
Met Erica kostbare tijd alleen gehad. Met Liesbeth en Esmee uren gespendeerd aan mama-baby praat. Kwaliteitstijd met mijn ouders gehad. Tessa gezien, Joke gezien, en Lotte aan haar voorgesteld. Oma Spreeuwers gezien en gesproken, en haar met Lotte laten knuffelen (ze bleef haar maar Noors broertje noemen - de wens is de vader...). Patatje oorlog gegeten. Bami met kipsate. Drop, mayo, suikerbrood, verse kaas, ontbijtkoek, oranjekoek, tompouce, lekkere verse appels... Het moge duidelijk zijn: voor 2012 heb ik alweer een hoop van mijn Hollandse lijstje kunnen afstrepen. Wat niet lukte nu, staat bovenaan voor December van dit jaar!

Terug in het vliegtuig. Bijna weer bij Papa. Lotte gaf zich makkelijk over aan haar slaap, en de stewardessen hielden haar wat graag voor me vast, maar nodig was dat niet vaak. Noor daarentegen stuiterde haar stoel uit en vond het maar niets dat ze me geen seconde voor zich alleen had. Een tripje met het skyteam hielp. Ze was in de keuken, en bediende een rondje mee, en toen ze vrienden was met alle dames kwam ze weer bij me terug. Toen ze in slaap viel, na uren en uren, deed ze dat zittend, op haar knietjes voor de stoel. Ze gleed langzaam weg en ik, met een slapende Lotte op schoot, kon haar niet op de stoel trekken. Ze snikte en jammerde in haar slaap en alle mensen die dutten, werden wakker - en iedereen, iedereen keek me geirriteerd aan. Echt. De stewardessen knapten ook een uiltje en lieten zich niet zien. Een dame achter me bood uitkomst: ze knuffelde Lotte even, en ik installeerde Noor op mijn schoot. Lotte er (nu wakker en huilend) bovenop, en drie minuten later was er weer rust en stilte in onze hoek van het toestel.
Pffff. Het was de enige escalatie. De dames gedroegen zich als engeltjes en veilig landen we op Pearson, waar het skyteam (dag Noor, dag Noor!) ons uitzwaaide en Geert ons in z'n armen sloot.

See you again in December, dear Netherlands.

Voorjaar 2012 Een heel jaar geleden!


Oude productie, nooit gepubliceerd, maar hier is hij dan: een inleiding op de verhuizing van Elm naar Oak Street.

Het voelt bijna alsof we de winter hebben overgeslagen, zo kort duurde het. En zoveel tijd bracht ik binnen door, mijn aandacht gefocust op onze kleine meid. Ze groeit zo snel. De lange lijs zit op 't 97ste percentiel, maar is smal. Noor en Lotte zijn duidelijk zusjes, maar als je de babyfoto's bekijkt zie je grote verschillen (www.noortjong.com, daar staan ze nog allemaal: mei 2009 was Noor zeven/acht maanden, zoals Lotte nu).

Winnipeg
We waren nog maar een paar dagen thuis uit Nederland toen we het vliegveld weer opzochten. Deze keer voor een korte vlucht naar Winnipeg. Geert solliciteerde er, net als in London, naar een onderzoeks/staffunctie. De gesprekken pakten goed uit en we kregen een vrolijke, zonnige indruk van deze ruige stad. Manitoba is 150 keer zo groot als Nederland, en er wonen anderhalf miljoen mensen. De helft daarvan in Winnipeg. In de rest woont dus niemand meer. Opvallend: geen wegmarkering zichtbaar, men zegt door de lange winter. 's Zomers veel muskieten en naar verluid wordt bij overlast de hele stad gesprayt. Twee bruine, kolkende rivieren, die samen komen in het centrum van de stad - talloze bruggen, oud en nieuw, wat doet denken aan Rotterdam - al mist het opgeruimde van de rivier; er is geen scheepvaart, de oevers zijn ruw. Hoogbouw in het centrum, een klein gedeelte leuke oude gebouwen, een paar mooie oude wijken met lanen, veel groen en kasten van huizen. Een groot deel van de stad is erg Noord Amerikaans; je komt alleen op bestemming als je een auto hebt, en wijken zijn zo opgezet dat je zelden tot nooit verkeer aan je deur ziet. Het geeft een geisoleerd gevoel. Er zijn veel natives en een grote gemeenschap van menonieten, maar we hebben ze niet gezien - de groepen zullen, net als in Toronto, vermoedelijk afgescheiden in hun 'eigen' wijk leven. Leuke scholen; franse en engelse, public en private - Montessori stond al snel bovenaan onze lijst voor Noor. Veel activiteiten voor kids, waaronder een meer dan fantastisch Children's Museum en heel veel buitenspeelmogelijkheden. Tot slot: een ambitieus sciences center met een team dat Geert erg graag leek te verwelkomen als nieuwe collega.
Geert is nog een keer terug geweest, begin mei. De uitkomsten zijn positief en het lijkt erop dat er een baanaanbod volgt waar we graag op in zullen gaan. Ik ga ook weer aan de bak, en Noor en Lotte zullen Winnipeg als hun honk gaan zien - ons nieuwe huis met een tuin en een 'pink purple cat' en, naar we hopen, een mooie logeergelegenheid voor reizigers. Plannen en dromen te over. We werken er hard aan nu, en wie weet, zien we het in de loop van deze zomer realiteit worden!

Nederlandse en Canadese vrienden
In Winnipeg ontmoetten we Richard en Els met hun twee kinderen - en Oma, want die was juist over uit Nederland. Het was meteen dik aan tussen Noor en Cato, vijf jaar oud en vaardig spreker van Nederlands met een zwaar Canadees accent. Het hielp Noor aardig op weg om ook zinnen te gaan fabriceren - en dat na een drietal bezoekjes!
In Toronto had ik intussen ook wat Nederlandse vrienden opgedaan, en die contacten heb ik de afgelopen tijd geintensiveerd. Omdat het voor mezelf heerlijk is even zonder na te denken interactie te hebben. Omdat het vreselijk leuke meiden zijn met (een beetje) tijd om handen. En omdat het voor Noor potentieel Nederlandstalige vriendjes oplevert: het duwtje in de rug dat zij nodig heeft om de taal die ze zo goed verstaat ook te spreken. Tessa en ik lopen met onze wandelwagen met baby half Toronto af. Elke week tot tweewekelijks een dagdeel, nu al een week of vijf achtereen. Mira sluit zich af en toe aan bij de lunch, en haar ontmoet ik ook bij de borrels bij Martin en Mandy thuis. Femke en Bart, de kids van Martin en Mandy, zouden voor Noor hele goede input kunnen geven voor 't Nederlands, maar ze spraken koud twee maanden na aankomst in Toronto alleen nog maar Engels. Alsnog erg leuk, de playdates, want het klikt goed tussen die drie.
Naast de 'Mommie' groep, waar ik vaak playdates mee plan op donderdag en vrijdag, heb ik bij Noors daycare de laatste maanden wat nieuwe contacten opgedaan. Noor wordt voor ieder kinderfeestje uitgenodigd, en uiteindelijk zit je daar steeds met hetzelfde kleine clubje moeders (en een enkele vader). Julia, de moeder van Avah, is sieradenontwerper van beroep (www.jjbuckar.com) en woont in een soortgelijk huis als het onze in NL aan de Claes. Tim en Lisa, de ouders van Ayla, zitten in fotografie en ballet en wonen net als wij in een toren met een zwembad. Nicoles ouders zijn Chinees/Koreaans - een andere keuken, en daar bovenop hebben zij een membership op 'dat andere leuke museum in Toronto' (de ROM). Het levert leuke, afwisselende speelafspraken op voor het weekend. De sociale agenda loopt er inmiddels wel weer danig van over.

Alessandra
Lexie's Mama is 20 juni uitgerekend van de tweede. Vaderlief werkt in Calgary en komt tweewekelijks een weekendje over; de rest van de tijd rooien de twee dames het samen. Hij komt rond de 15e voor een paar weken naar huis. Tot die tijd zijn wij de belangrijkste 'stand by'. Het is een zwaar bestaan, en we zijn blij dat we een stabiele uitvalsbasis voor Lexie kunnen zijn. Noor zou niet anders willen; de twee kunnen nog niet lezen en schrijven, maar wel met elkaar. De weekenden zonder de ander vallen hen beiden zwaar. Ik haal Lexie op, samen met Noor, om zeven uur in de ochtend en rond kwart over acht, als Lotte gedronken heeft, maken we ons klaar om naar de daycare te lopen. Eerst Lexie, dan Noor en rond half tien ben ik klaar met het wegbrengritueel. Om half vijf maken Lotte en ik hetzelfde rondje nog eens, nu andersom, waarop anderhalf uur speel- en badderplezier volgt en we Lexie om zeven uur afgeven bij haar moeder, die even daarvoor thuiskomt van haar werk. Chris is op zoek naar een huis in Calgary. Twee maanden na de bevalling hopen ze de oversteek te wagen; Aileen maakt haar verlof -van een heel jaar!- af in Calgary. De verhuizing zou samen vallen met de onze, en we hebben het nuttige maar met het onaangename verenigd: we laten Noor en Lexie brainstormen over alle aspecten van hun nieuwe leven. Nieuw huis, nieuwe poes, nieuwe hond, nieuwe kleuren in hun slaapkamer... het werkt positief, maar in Noors onderbewuste ligt al wel de realisatie van het afscheid, want ze droomt veel en huilt soms hard. Het wordt een beetje als het afscheid van Toos, destijds. Noors grootste rouwervaring tot nog toe. Nachtenlang huilde ze, en toen ze in het donker een hoopje op de bank zag: 'Toos! Toos?' 'Nee, liefie.. sorry, kijk: een kussen.' 'Toooooohoooos!'
Liesbeth stelde haar gerust, onlangs op Skype. 'Weet je Noor, wie ook in jouw nieuwe huis bij je blijft? De computer. Dus wij gaan ook met je mee'. Ik schoot vol. Nu weer.


Noor doet verslag van een schooldag - zelf getypt!




house keeping area
house keeping area

block area
block area

science table
science table

gym
gym

library
books
colored at the coloring table

I went to the baby room
I went to the older kid room
And my own room too
I went out for a walk
And that's what I all did

THE END

Winnipeg, Mei 2013. We pakken de draad van het bloggen weer op.

Mei 2013. Winnipeg, Manitoba.

Daar woon ik dan, op Oak Street, een lommerijke laan in het Meppel van Canada. Een dochter van vier en een half ('I'm four and a half!') en een van anderhalf ('Nooeh. No!'). Een vrijstaand huis, oud, blauw en sfeervol, met een zee van een tuin er omheen. En een man met een baan waar je U tegen zegt.

Ik beschouw mezelf een rijk mens. Maar het is nog wennen, want hoe stralend de zon hier ook schijnt, het is geen Toronto en al helemaal geen Rotterdam waar ik woon. We worden er vertrouwd mee en zeggen elkaar het een jaar te geven. Daarna slijt je een pad uit in je hoofd omdat je alles voor de tweede keer doet. De seizoenen worden vertrouwd, de mensen, je vaste bezigheden en de wegen in de stad. Alles is nieuw nu, en de meeste dagen beleven we dat als een groot avontuur, maar soms ineens raakt het ontwordeld zijn me. Noor en Lotte niet. Die zitten hier gebakken. Noor vraagt hooguit of het 'back in Toronto' mag zijn, maar Canada is helemaal haar ding, en dat geldt voor Lotte nog meer. Ze voelen zich verdwaald als we Nederland bezoeken; een raar contrast tussen thuis voelen bij familie en de gewoonten en de taal niet kunnen aanvoelen zoals wij dat doen. Toen we Dan en Laura ontmoetten in Vancouver, vorige maand, was Noor zo in haar sas. Ze voelde zich als bij familie - en ze waren nog Canadees ook! Ze kon haar geluk niet op.

We hebben er een lange winter op zitten. 4 oktober viel de eerste sneeuw, en 21 april de laatste. Op mijn verjaardag liepen we door een sneeuwstorm naar de winkel om gebakjes te halen. Tikje deprimerend, al was het gelukkig maar -5. Met -45 piep je wel anders; daar laat ik mijn taartje graag voor staan.

Vorige week is het warme weer begonnen. Van -5, naar 15 en nu 20, 25 graden. We leven buiten, het is zalig.

Noor gaat vijf dagen per week naar school, een kindergarten-readiness program (groep 1). Ze geniet van de vriendschappen en alles wat ze leert. Vanaf September start ze op Balmoral Hall, een meisjesschool met groen uniform en een supergoed programma. Lotte zit op dezelfde daycare als Noor, en haar brengen we drie dagen per week. Ze geniet van het spelen met andere kinderen, de dagstructuur, de relatie met andere volwassenen. Ze brabbelt Engels en Nederlands door elkaar en heeft een zacht karakter met enkele zeer, zeer pittige aspecten (Geert heeft een baan waar je U tegen zegt, Lotte driftbuien). Ze heeft nog wat trekken van haar vader. Zo doet ze haar mond open als ik een hap neem van mijn eten. Gewoon, uit medeleven. En begint Noor standaard te huilen als Papa tegen haar uitvaart, Lotte lacht hem vierkant uit. Of toe, zoals Geert zichzelf graag vertelt.

Geert werkt als Clinical Scientist en Medical Lead bij MICH, the Manitoba Institute for Child Health, en hij is kinderarts in het team van the Children's Hospital. Vijf, zes dagen per week, het is nooit een straf om aan het werk te gaan.

De dagen dat Lotte in daycare is, werk ik ook. Een vrijwilligersklus op kwaliteitsbeleid bij de Universiteit van Manitoba is overgegaan in een betaalde opdracht die de hele zomer in beslag zal nemen. Fijn om met mijn hoofd bezig te zijn. Ben er zelfs weer van aan het bloggen geslagen! Al vrees ik wel dat ik binnen afzienbare tijd overga op de Engelse taal. Mijn Nederlandse schrijfvaardigheid roest langzaam weg - nog even en ik ben niet erg vermakelijk meer.