Blog about the adventures of Geert (Will), Inge, Noor and Lotte in Canada
Thursday, 9 December 2010
Wednesday, 8 December 2010
Tuesday, 7 December 2010
Tweede helft november
Tijdens de playdate, vanmiddag, lachten en ruzieden de kindjes wat af met elkaar. Vijf peuters tussen 2,5 en 3 jaar, en drie babies, plus hun moeders; het was een drukke boel in ons bescheiden appartement.
Audrey schoot in een driftbui toen ze het schoolbord moest delen met Noor. In de gauwigheid hielp ik haar om weer rustig te worden terwijl ik een schaal pastasalade in mijn hand had. De pasta lag in een mum van tijd op de grond. Behalve Audrey was nu ook Noortje in paniek. En de schrik zat diep. William en Mkay sloopten het hemeltje boven Noors bed uit de muur, maar ze mistte de gordijntjes vanavond niet eens. Alles waar ze over praat als ze deze dag evalueert is 'pasta... isse grond!' En ze kijkt me met een intens verschrikte blik aan, iedere keer weer.
En u ziet het goed. De naam Josh is nog niet gevallen in mijn playdate-verslag. De jongeheer was een engeltje vandaag, tussen alle donderstenen in. Het hemeltje, de pasta, de appelmoes in de vloerbedekking, de pollepel in drie stukken; Josh was er niet een keer bij betrokken. Drie dagdelen preschool doet hem goed - hij houdt van de duidelijke regels in groepsverband, en schuifelde ook hier rustig tussen alle drukte door.
De meiden van de playground waren bijna compleet vandaag, maar nog net niet helemaal. Maryum, de moeder van Eesa, is half november bevallen van een meisje, en hoopt aanstaande maandag de Mommies Christmas Party mee te vieren. Ik moet nog een kadootje halen t.w.v. een dollar of twintig dat geschikt is voor jongens en meiden. De peuters mogen elk een kado kiezen, en dat mee naar huis nemen. Kim is de gastvrouw maandag en dat is maar goed ook; ze heeft een groter en meer kindgericht huis dan de meesten van ons, zodat er alle ruimte is - en een afneembare vloer- om aan de grote eettafel koekjes te bakken.
Het was gezellig vandaag. Helaas hebben Canadezen daar geen woord voor, 'gezelligheid', dus ik heb het ze niet kunnen vertellen, maar het klikt in de grote groep tussen de kids en de volwassenen, en dat is een prettig gegeven voor al die dames die met hun kinderen thuis zitten. Ook voor mij. De gesprekken hebben geen daverende diepgang; daarvoor moeten we het hebben van de kroegavonden zonder kids, maar ook de luchtige gesprekken zijn fijn. Hoewel de uitwisseling over de trip die Noor en ik naar NL gaan maken, of over politiek in Canada, of over de uitverkoop bij GAP, me vele malen beter bevalt dan het gesprek onlangs over de oprichting van een breiclub. Een breiclub! Als in: breien. U weet wel: insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden. OMG*.
Dinsdagavond, en Geert werkt. Met tegenzin, want eigenlijk kijkt hij liever Hawai Five-O. Een serie die hem doet watertanden; blote lijven, prachtig strand, palmbomen, cocktails. Hij zou het bijna verkiezen boven een weekje knuffelen met z'n moeder. Bijna. Hij vliegt vooralsnog gewoon op Schiphol, half februari. Om z'n grootjes en z'n dochter in zijn armen te sluiten en te genieten van een ouderwets weekendje (of dagje) Estaafette. Ik heb er ontzaglijk veel zin in, weer in Nederland te zijn. Het is gek; ik heb mijn werk enorm gemist die eerste maanden in Toronto, maar het thuisfront voelde dichtbij genoeg via Skype. Nu kan ik niet meer wachten tot ik uit het vliegtuig stap om al mijn favoriete mensen te knuffelen.
Kwart over acht, Noortje slaapt nog niet. Ik hoor haar muziekdoosje, het hartje dat ze van Joke kreeg toen ze net geboren was. Ze trekt er graag aan en wordt er langzaam soezerig van. De kleine piep tukt meestal rond half acht, zeker sinds Lexie dagelijks bij ons speelt - ze is wordt er blij, maar ook heel moe van. Het bevalt ons goed; ik sta rond kwart voor zes op, douche en zet een kop koffie. Maak man en kind wakker, knuffel en klets wat op het grote bed terwijl we wakker worden, en dan stappen zij onder de douche en ik de keuken in. Als het ontbijt op tafel staat, klopt Aileen aan om Lexie te droppen. De dames dollen wat met elkaar, we eten, en om half acht gooi ik de jassen en schoenen op drie hoopjes (een voor elke dame) en geef het startsein voor vertrek. Als ik geluk heb, draai ik de deur een kwartier later met een glimlach op slot. Als ik pech heb, doe ik dat ook na een kwartier maar met een diepe zucht, omdat Lexie en Noor een mening hadden over delen, of wachten, of over fysiek geweld. Maar altijd staan we netjes om acht uur bij Hester How, en altijd neemt Lexie met een glimlach en een dikke kus afscheid.
Rond kwart over vijf, na een lange dag alleen-maar-mama-en-Noor, halen we haar daar weer op en brengen we nog twee uurtjes met haar door. Aileen pikt haar om zeven uur op, en dat is ook het moment dat Noor zo'n beetje omvalt en aan wat individuele aandacht toe is. Een puzzle, een boekje, een kleurplaat of soms alleen maar Dora met een koekje en wat juice: allemaal dingen die ze gebruikt om weer even tot ons en zichzelf te komen voor ze aan haar nachtrust begint.
Om acht uur is het huis van mij en Geert. Als we geluk hebben. Noor is de fase voorbij dat ze het zelf-uit-bed-komen tot kunst verhief. Regelmatig wandelde ze om half tien met een stralende glimlach de huiskamer weer in. We zijn wat keren op en neer gelopen om haar met een stalen gezicht (nee, Geert, geen kroeglach nu) terug in bed te leggen! Maar dat is voorbij nu. Ze waagt het hooguit om, af en toe, midden in de nacht tussen ons in te kruipen. Daar vinden we haar dan, tegen de ochtend. Diep in slaap en in elke hand een speentje (drie is het minimum aantal om in slaap te kunnen vallen. Merk en maat doen er gelukkig niet toe).
Geert geniet van z'n werk. Hij leest veel literatuur, onderzoeksverslagen, artikelen - en hij zet z'n eigen onderzoekslijnen uit. Hij is ook betrokken bij lopend onderzoek van anderen; praktisch betekent dat vergaderen, meelezen en meeschrijven met artikelen, maar ook uitvoerend bezig zijn met het werven van patienten die mee kunnen doen en het volgen van deze mensen. Momenteel gaat hij daarvoor wat ochtenden naar het St Micheals, een ziekenhuis op tien minuten lopen van het Sickkids. Hij zit op donderdag bij een soort consultatiebureau, waar verslaafde moeders of moeders met medicijngebruik komen, met hun kinderen tot een jaar of zes. Die moeders worden door het Sickkids gevolgd en gesteund in het opvoeden van hun kinderen en een goede verzorging van zichzelf.
Geert is ook praktisch bezig als kinderarts en klinisch farmacoloog. Z'n fellowship is voor een deel onderzoek, maar het is ook een opleiding. Daarom doet hij mee in diensten waarbij andere specialisten zijn advies kunnen vragen over medicijngebruik bij kinderen en zwangere vrouwen. Soms bellen ze hem. Soms zijn er patienten die in vergaderingen besproken worden (rounds), waarbij meerdere klinisch farmacologen in gesprek zijn met specialisten. Tijdens een van z'n bereikbaarheidsdiensten in het weekend belde een specialist die een tiener had met een overdosis cocaine. En even later iemand met een jong kindje dat xtc had geslikt. Geert geeft advies wat het behandelend team in zo'n geval het beste kan doen. Argh. Vooral niet in paniek raken, mevrouw.
We bezochten de Santa Claus Parade, eind November. Dik ingepakt, en klaar voor het Grote Strooien. Een illusie en vele zuurstokjes rijker kwamen we thuis. Drie uur wachten leverde veel mooie wagens op, maar Santa was traag, voor het eerst in 20 jaar. De 44ste onthulling van de Christmas Tree was succesvoller. Lichtjes, een concert met heel veel kleine mensen voor me (een primeur voor mij, ik kijk altijd tegen schouders aan in NL), en prachtig, prachtig vuurwerk. Noor was doodsbenauwd. Ik had haar wel voorbereid op de lichtjes maar niet op de knallen....
Het is koud in Toronto, zo rond de -3 overdag. Het sneeuwt nog niet veel, en de ijsbanen zijn sinds dit weekend open, elke dag van 9.00 tot 22.00 uur. Zondag hebben we schaatsen gekocht, en zijn we bij City Hall het ijs op gegaan. Noor had de tijd van haar leven en wij vonden het ook heerlijk. De sfeer doet, voor Geert en mij, denken aan vroeger dagen. Sliedrecht, Woudsend. Betrokken mensen; iedereen praat met iedereen, en alle volwassenen houden een oogje op de kinderen die rondschaatsen en -vallen. Ondenkbaar op de Heemraadsingel of het Stadhoudersplein, hoe mooi de ijsbaan er daar ook bijligt. Maar midden in de metropool Toronto kan het wel. Canadezen zijn wat dat betreft echt een fijn slag mensen - als ze er zijn, ZIJN ze er ook echt. .
Maandag schaatste ik weer met Noor. Maar de ijsbaan was te leeg, en papa te afwezig, en het stoeltje dat ik mee had genomen vond ze helemaal geen succes. Ze huilde dat het een lieve lust was en pas thuis, achter de hot chocolate en de gingerbread koekjes, kwam ze tot rust.
Ze groeit en ontwikkelt zo hard, onze kleine meid. Net als Isa, die met tien maanden aan het lopen is geslagen, kan Noor niet wachten om groot te zijn. Al doet ze dat meer mentaal dan fysiek (op haar lengte na... 94 centimeter nu! Het kleine Canadeesje heeft kleding voor een vierjarige aan). Ze geniet van kleien en kleuren, verven en knippen en plakken. Met die laatste activiteit wordt wel steeds duidelijker dat ze linkshandig is. Steeds zit de schaar al in haar linkerhand, en ik moet 'm overzetten naar de andere kant omdat het een rechtshandige schaar is. De laatste keer weigerde ze dat, en knipte ze met links in een blaadje. Apetrots dat dat ook lukte.
Noor puzzelt graag. Ze heeft kartonnen Dora puzzles die ik voor haar maak, maar veel andere puzzles lukken haar zelf; ABC en 123 puzzles, en de houten autopuzzles en het meisje dat ze zelf kan aankleden met steeds een andere jurk. We drinken er vaak een kopje thee bij. 'A cup of tea' is dat, ondanks het feit dat ze de nepthee uit een Fiep Westendorp theepot schenkt.
Ze spreekt goed Engels en weet haar Nederlands ook goed bij te houden. 'Look! Look, what's that?' zegt ze tegen me en ze houdt een boek, open en naar mij toegedraaid, in de lucht. Ze zingt graag en veel, ABC en The Wheels On The Bus, Schaapje Schaapje en Noortje Noortje zijn de grote favorieten. De gebaren van Klap eens in je Handjes en In de Maneschijn zijn nog steeds niet weg gezakt, maar nieuwe dansliedjes zijn erbij gekomen: Slipery Fish, en Little Red Wagon bijvoorbeeld. En tsja, die tweetaligheid. Brood blijft brood en eten eten, maar appelsap en jus d'orange zijn beiden applejuice, en haar cookies hebben ontegenzeglijk een Engelse tongval. Dat kan ze ook met haar vriendjes op de daycare. Ik sta verbijsterd over de manier waarop ze 'Eva' zegt, en 'Karen', 'Sacha' en 'Nicho'. Zulk Engels zal ik nooit spreken. Gelukkig zit bij mij, diep verstopt, de Friese taal. Toch nog een beetje internationaal. En Geert zal altijd zijn 'eh' hebben om op terug te vallen. En z'n 'erembees' (aardbeien, geloof je dat?!).
Van onze lieve kleine Pluk kregen we in de tweede helft van november hand- en voetafdrukjes opgestuurd. Mooi. Zo levensgroot en zo dichtbij, voor even.
*Oh My Goodness :)
** Meer foto's volgen!
Audrey schoot in een driftbui toen ze het schoolbord moest delen met Noor. In de gauwigheid hielp ik haar om weer rustig te worden terwijl ik een schaal pastasalade in mijn hand had. De pasta lag in een mum van tijd op de grond. Behalve Audrey was nu ook Noortje in paniek. En de schrik zat diep. William en Mkay sloopten het hemeltje boven Noors bed uit de muur, maar ze mistte de gordijntjes vanavond niet eens. Alles waar ze over praat als ze deze dag evalueert is 'pasta... isse grond!' En ze kijkt me met een intens verschrikte blik aan, iedere keer weer.
En u ziet het goed. De naam Josh is nog niet gevallen in mijn playdate-verslag. De jongeheer was een engeltje vandaag, tussen alle donderstenen in. Het hemeltje, de pasta, de appelmoes in de vloerbedekking, de pollepel in drie stukken; Josh was er niet een keer bij betrokken. Drie dagdelen preschool doet hem goed - hij houdt van de duidelijke regels in groepsverband, en schuifelde ook hier rustig tussen alle drukte door.
De meiden van de playground waren bijna compleet vandaag, maar nog net niet helemaal. Maryum, de moeder van Eesa, is half november bevallen van een meisje, en hoopt aanstaande maandag de Mommies Christmas Party mee te vieren. Ik moet nog een kadootje halen t.w.v. een dollar of twintig dat geschikt is voor jongens en meiden. De peuters mogen elk een kado kiezen, en dat mee naar huis nemen. Kim is de gastvrouw maandag en dat is maar goed ook; ze heeft een groter en meer kindgericht huis dan de meesten van ons, zodat er alle ruimte is - en een afneembare vloer- om aan de grote eettafel koekjes te bakken.
Het was gezellig vandaag. Helaas hebben Canadezen daar geen woord voor, 'gezelligheid', dus ik heb het ze niet kunnen vertellen, maar het klikt in de grote groep tussen de kids en de volwassenen, en dat is een prettig gegeven voor al die dames die met hun kinderen thuis zitten. Ook voor mij. De gesprekken hebben geen daverende diepgang; daarvoor moeten we het hebben van de kroegavonden zonder kids, maar ook de luchtige gesprekken zijn fijn. Hoewel de uitwisseling over de trip die Noor en ik naar NL gaan maken, of over politiek in Canada, of over de uitverkoop bij GAP, me vele malen beter bevalt dan het gesprek onlangs over de oprichting van een breiclub. Een breiclub! Als in: breien. U weet wel: insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden. OMG*.
Dinsdagavond, en Geert werkt. Met tegenzin, want eigenlijk kijkt hij liever Hawai Five-O. Een serie die hem doet watertanden; blote lijven, prachtig strand, palmbomen, cocktails. Hij zou het bijna verkiezen boven een weekje knuffelen met z'n moeder. Bijna. Hij vliegt vooralsnog gewoon op Schiphol, half februari. Om z'n grootjes en z'n dochter in zijn armen te sluiten en te genieten van een ouderwets weekendje (of dagje) Estaafette. Ik heb er ontzaglijk veel zin in, weer in Nederland te zijn. Het is gek; ik heb mijn werk enorm gemist die eerste maanden in Toronto, maar het thuisfront voelde dichtbij genoeg via Skype. Nu kan ik niet meer wachten tot ik uit het vliegtuig stap om al mijn favoriete mensen te knuffelen.
Kwart over acht, Noortje slaapt nog niet. Ik hoor haar muziekdoosje, het hartje dat ze van Joke kreeg toen ze net geboren was. Ze trekt er graag aan en wordt er langzaam soezerig van. De kleine piep tukt meestal rond half acht, zeker sinds Lexie dagelijks bij ons speelt - ze is wordt er blij, maar ook heel moe van. Het bevalt ons goed; ik sta rond kwart voor zes op, douche en zet een kop koffie. Maak man en kind wakker, knuffel en klets wat op het grote bed terwijl we wakker worden, en dan stappen zij onder de douche en ik de keuken in. Als het ontbijt op tafel staat, klopt Aileen aan om Lexie te droppen. De dames dollen wat met elkaar, we eten, en om half acht gooi ik de jassen en schoenen op drie hoopjes (een voor elke dame) en geef het startsein voor vertrek. Als ik geluk heb, draai ik de deur een kwartier later met een glimlach op slot. Als ik pech heb, doe ik dat ook na een kwartier maar met een diepe zucht, omdat Lexie en Noor een mening hadden over delen, of wachten, of over fysiek geweld. Maar altijd staan we netjes om acht uur bij Hester How, en altijd neemt Lexie met een glimlach en een dikke kus afscheid.
Rond kwart over vijf, na een lange dag alleen-maar-mama-en-Noor, halen we haar daar weer op en brengen we nog twee uurtjes met haar door. Aileen pikt haar om zeven uur op, en dat is ook het moment dat Noor zo'n beetje omvalt en aan wat individuele aandacht toe is. Een puzzle, een boekje, een kleurplaat of soms alleen maar Dora met een koekje en wat juice: allemaal dingen die ze gebruikt om weer even tot ons en zichzelf te komen voor ze aan haar nachtrust begint.
Om acht uur is het huis van mij en Geert. Als we geluk hebben. Noor is de fase voorbij dat ze het zelf-uit-bed-komen tot kunst verhief. Regelmatig wandelde ze om half tien met een stralende glimlach de huiskamer weer in. We zijn wat keren op en neer gelopen om haar met een stalen gezicht (nee, Geert, geen kroeglach nu) terug in bed te leggen! Maar dat is voorbij nu. Ze waagt het hooguit om, af en toe, midden in de nacht tussen ons in te kruipen. Daar vinden we haar dan, tegen de ochtend. Diep in slaap en in elke hand een speentje (drie is het minimum aantal om in slaap te kunnen vallen. Merk en maat doen er gelukkig niet toe).
Geert geniet van z'n werk. Hij leest veel literatuur, onderzoeksverslagen, artikelen - en hij zet z'n eigen onderzoekslijnen uit. Hij is ook betrokken bij lopend onderzoek van anderen; praktisch betekent dat vergaderen, meelezen en meeschrijven met artikelen, maar ook uitvoerend bezig zijn met het werven van patienten die mee kunnen doen en het volgen van deze mensen. Momenteel gaat hij daarvoor wat ochtenden naar het St Micheals, een ziekenhuis op tien minuten lopen van het Sickkids. Hij zit op donderdag bij een soort consultatiebureau, waar verslaafde moeders of moeders met medicijngebruik komen, met hun kinderen tot een jaar of zes. Die moeders worden door het Sickkids gevolgd en gesteund in het opvoeden van hun kinderen en een goede verzorging van zichzelf.
Geert is ook praktisch bezig als kinderarts en klinisch farmacoloog. Z'n fellowship is voor een deel onderzoek, maar het is ook een opleiding. Daarom doet hij mee in diensten waarbij andere specialisten zijn advies kunnen vragen over medicijngebruik bij kinderen en zwangere vrouwen. Soms bellen ze hem. Soms zijn er patienten die in vergaderingen besproken worden (rounds), waarbij meerdere klinisch farmacologen in gesprek zijn met specialisten. Tijdens een van z'n bereikbaarheidsdiensten in het weekend belde een specialist die een tiener had met een overdosis cocaine. En even later iemand met een jong kindje dat xtc had geslikt. Geert geeft advies wat het behandelend team in zo'n geval het beste kan doen. Argh. Vooral niet in paniek raken, mevrouw.
We bezochten de Santa Claus Parade, eind November. Dik ingepakt, en klaar voor het Grote Strooien. Een illusie en vele zuurstokjes rijker kwamen we thuis. Drie uur wachten leverde veel mooie wagens op, maar Santa was traag, voor het eerst in 20 jaar. De 44ste onthulling van de Christmas Tree was succesvoller. Lichtjes, een concert met heel veel kleine mensen voor me (een primeur voor mij, ik kijk altijd tegen schouders aan in NL), en prachtig, prachtig vuurwerk. Noor was doodsbenauwd. Ik had haar wel voorbereid op de lichtjes maar niet op de knallen....
Het is koud in Toronto, zo rond de -3 overdag. Het sneeuwt nog niet veel, en de ijsbanen zijn sinds dit weekend open, elke dag van 9.00 tot 22.00 uur. Zondag hebben we schaatsen gekocht, en zijn we bij City Hall het ijs op gegaan. Noor had de tijd van haar leven en wij vonden het ook heerlijk. De sfeer doet, voor Geert en mij, denken aan vroeger dagen. Sliedrecht, Woudsend. Betrokken mensen; iedereen praat met iedereen, en alle volwassenen houden een oogje op de kinderen die rondschaatsen en -vallen. Ondenkbaar op de Heemraadsingel of het Stadhoudersplein, hoe mooi de ijsbaan er daar ook bijligt. Maar midden in de metropool Toronto kan het wel. Canadezen zijn wat dat betreft echt een fijn slag mensen - als ze er zijn, ZIJN ze er ook echt. .
Maandag schaatste ik weer met Noor. Maar de ijsbaan was te leeg, en papa te afwezig, en het stoeltje dat ik mee had genomen vond ze helemaal geen succes. Ze huilde dat het een lieve lust was en pas thuis, achter de hot chocolate en de gingerbread koekjes, kwam ze tot rust.
Ze groeit en ontwikkelt zo hard, onze kleine meid. Net als Isa, die met tien maanden aan het lopen is geslagen, kan Noor niet wachten om groot te zijn. Al doet ze dat meer mentaal dan fysiek (op haar lengte na... 94 centimeter nu! Het kleine Canadeesje heeft kleding voor een vierjarige aan). Ze geniet van kleien en kleuren, verven en knippen en plakken. Met die laatste activiteit wordt wel steeds duidelijker dat ze linkshandig is. Steeds zit de schaar al in haar linkerhand, en ik moet 'm overzetten naar de andere kant omdat het een rechtshandige schaar is. De laatste keer weigerde ze dat, en knipte ze met links in een blaadje. Apetrots dat dat ook lukte.
Noor puzzelt graag. Ze heeft kartonnen Dora puzzles die ik voor haar maak, maar veel andere puzzles lukken haar zelf; ABC en 123 puzzles, en de houten autopuzzles en het meisje dat ze zelf kan aankleden met steeds een andere jurk. We drinken er vaak een kopje thee bij. 'A cup of tea' is dat, ondanks het feit dat ze de nepthee uit een Fiep Westendorp theepot schenkt.
Ze spreekt goed Engels en weet haar Nederlands ook goed bij te houden. 'Look! Look, what's that?' zegt ze tegen me en ze houdt een boek, open en naar mij toegedraaid, in de lucht. Ze zingt graag en veel, ABC en The Wheels On The Bus, Schaapje Schaapje en Noortje Noortje zijn de grote favorieten. De gebaren van Klap eens in je Handjes en In de Maneschijn zijn nog steeds niet weg gezakt, maar nieuwe dansliedjes zijn erbij gekomen: Slipery Fish, en Little Red Wagon bijvoorbeeld. En tsja, die tweetaligheid. Brood blijft brood en eten eten, maar appelsap en jus d'orange zijn beiden applejuice, en haar cookies hebben ontegenzeglijk een Engelse tongval. Dat kan ze ook met haar vriendjes op de daycare. Ik sta verbijsterd over de manier waarop ze 'Eva' zegt, en 'Karen', 'Sacha' en 'Nicho'. Zulk Engels zal ik nooit spreken. Gelukkig zit bij mij, diep verstopt, de Friese taal. Toch nog een beetje internationaal. En Geert zal altijd zijn 'eh' hebben om op terug te vallen. En z'n 'erembees' (aardbeien, geloof je dat?!).
Van onze lieve kleine Pluk kregen we in de tweede helft van november hand- en voetafdrukjes opgestuurd. Mooi. Zo levensgroot en zo dichtbij, voor even.
*Oh My Goodness :)
** Meer foto's volgen!
Schaatsen bij City Hall
De kerstboom op 38 Elm St
Subscribe to:
Posts (Atom)